ONTSTAAN STICHTING KOTHA DAARI

Balram werd geboren in een provinciestadje in de buurt van Vijayawada. Dat was in de zomer van 1980. Hij was het 5e kind in een groot moslim gezin. Toen Balram 6 jaar was stierf zijn vader. Zijn moeder hertrouwde met een gewelddadige, alcoholische man die haar en ook de kinderen mishandelde. Balram vond het leven thuis ondraaglijk, maar hij kon er niks aan veranderen. Op zijn 10e verliet hij het huis en begon zijn omzwervingen als straatkind. Met de trein reisde hij door heel India. Hij bedelde en deed allerlei klussen om te kunnen overleven op straat. Op zijn 12e kwam hij, net als veel andere straatkinderen, in Vijayawada terecht. Daar raakte hij gewond nadat hij met zijn been onder een rijdend treinstel terecht was gekomen. In kritieke toestand werd hij meegenomen door de baas van een lokaal straatkinderenproject. Het werd voor lange tijd zijn thuis. Zijn been genas snel, al mankt hij tot op de dag van vandaag nog een beetje.

In die tijd werd er binnen het project een informeel schooltje opgezet. Balram behoorde tot de eerste leerlingen. Hij kreeg er les van mijn (Simons) moeder. Balram werd één van de ex-straatjongens die een soort kerngroep vormden binnen het project. Later trouwde hij met een jonge weduwe en kreeg samen met haar twee zonen. Hij vestigde zich in een 
illegaal wijkje in de rivierbedding. In de loop der tijd nam hij afstand van het project. Vanaf dat moment verdient hij hoofdzakelijk de kost als driewielertaxichauffeur.

Toen Balram bij mijn moeder in de klas zat, was ik nog niet geboren. Een jaar of 3 later, toen ik 6 maanden oud was, ging ik voor het eerst naar India en maakte ik kennis met Vijayawada, de stad waar mijn ouders en zus gewoond hadden, en met de straatkinderen van het eerder genoemde 
project. Vanaf dat moment logeerde ik elk jaar rond de kerst bij de straatjongens in het jongenstehuis van het project. Ik maakte er veel vrienden en hoorde hun levensverhalen. Op mijn 16e ging ik voor het eerst alleen naar Vijayawada als vrijwilliger. Balram werd mijn begeleider en al snel ook mijn vriend. Samen deden we klussen voor het project en gingen we op zoek naar mijn vrienden die het project ondertussen verlaten hadden. Later verlegden we onze sociale activiteiten naar het wijkje van Balram, waar veel arme probleemgezinnen wonen. Voor Balram en mij was het bijna vanzelfsprekend om iets voor een aantal van die gezinnen te doen. Al snel was het idee geboren om voor 
enkele gezinnen langdurige en structurele steun te organiseren met hulp van de achterban in Nederland. Daarmee was het eerste begin van Stichting Kotha Daari gemaakt.

Ik heb veel gezien en meegemaakt tijdens de periodes dat ik in Vijayawada en omstreken verbleef. Balram was zelf een straatjongen en werkte later met straatkinderen. We hebben allebei van dichtbij ervaren hoe belangrijk de band tussen moeder en kind is. We zijn er van overtuigd dat, als de omstandigheden het maar enigszins toelaten, het zowel voor de kinderen als voor de moeders goed is om bij elkaar te blijven. Met Stichting Kotha Daari (Telugu voor ‘de nieuwe weg’) hopen we dat in een beperkt aantal gevallen mogelijk te maken.